Vertederd kijk ik naar het gevolg van de slakkenseks in mijn aquarium (zie mijn blog van 20 augustus). Een hele bak vol met kleine slakjes. Slakken zijn absoluut niet traag als het om de voortplanting gaat. Geen uitgebreide kennismaking, dating of voorspel. Even samen wat voortglijden en hoppa… honderden nakomelingen.
Wetenschappers bewegen gemiddeld met een slakkengang wanneer zij hun ideeën schriftelijk reproduceren, maar ze leggen opeens een vergelijkbaar snel tempo aan de dag wanneer ze de vruchten van hun noeste arbeid aan hun collega’s willen presenteren.
Ze besteden jaren aan een onderzoek, maanden aan het schrijven van een artikel, maar slechts enkele uren aan het maken van een presentatie. Zelfs wanneer dat er eentje is waar ze een enorm geldbedrag mee zouden kunnen verdienen.
Vertwijfeld keek ik laatst de onderzoeker aan die ik hielp om een belangrijke presentatie voor te bereiden voor een zeer prestigieuze beurs, ‘Kun je echt niet een extra dagje uittrekken om deze presentatie te verbeteren?’
Een andere vraag die ik soms stel is: hoeveel mensen gaan er op die conferentie naar je luisteren in vergelijking tot het aantal mensen dat jouw artikel helemaal leest? En hoe verhoudt zich dat qua tijdsinvestering? Hoe zorg je dat het publiek geboeid is en overtuigd wordt? Hoeveel tijd besteed je aan het voorbeiden daarvan?
Natuurlijk is het zo dat je als onderzoeker wordt beoordeeld op het aantal artikelen dat je publiceert en dat je daarvoor een strenge beoordeling van je peers moet doorstaan. Heel anders is het met het geven van presentaties op congressen. Die worden wel als belangrijk gezien en de kritiek kan fel zijn, maar toch. Niemand zal bijvoorbeeld proberen te meten hoeveel mensen er na afloop van jouw presentatie nog doorpraten over jouw data, naar aanleiding van jouw praatje je artikel gaan lezen, of geïnspireerd zijn om hun eigen onderzoek te verbeteren.
Aan dat systeem zal niet snel iets veranderen denk ik, maar een misverstand dat waarschijnlijk mede verantwoordelijk is voor het niet serieus nemen van de voorbereidingstijd van presentaties zou ik wel graag uit de weg ruimen. Wanneer een presentatie heel gemakkelijk en soepel loopt, denkt men dat er weinig voorbereiding aan ten grondslag ligt. Het tegendeel is echter waar: hoe makkelijker en natuurlijker de presentatie overkomt, hoe meer voorbereiding er vaak in zit. De cabaretier die per ongeluk het podium op lijkt te struikelen en direct de lachers op zijn hand heeft, heeft dat honderd keer gerepeteerd. De drummer die achteloos zijn drumsticks door zijn handen laat draaien en de daarmee de show steelt, heeft daar eindeloos op geoefend. De wetenschapper die moeiteloos presenteert, het publiek weet te raken en mee te nemen in zijn verhaal, heeft daar waarschijnlijk veel uren voorbereidingstijd in zitten.
Ik kijk weer naar mijn aquarium. Laat die slakken maar lekker gaan. Maar wetenschappers moeten we er op wijzen dat wanneer ze hun collega’s willen overtuigen met hun presentatie, een lang voorspel heel nuttig kan zijn.