Op de universiteit hebben we geen bazen, teamleiders of managers. Op de universiteit werkt iedereen zelfstandig en het liefst in grote vrijheid. We hebben wel dagelijks begeleiders, hoogleraren en decanen, maar die houden meestal niet van typisch baasgedrag zoals het stellen van eisen of het brullen van orders.

In onze trainingen zien we dat begeleiders van promovendi ook niet dol zijn op het geven van instructies. Instructies geven hoort namelijk ook bij baasgedrag. ‘Je gaat een gemotiveerde slimme promovendus niet aan het handje meenemen. Het is juist fijn als ze eerst hun eigen gang mogen gaan’.

Verwaarlozing noemt Ben Tiggelaar dat.

Hij bespreekt in zijn column in Intermediair de 4 begeleidingsstijlen van Blanchard (instrueren, opleiden, coachen en delegeren). De favoriete begeleidingsstijl van 83% van de managers is delegeren, terwijl dat maar bij 15% van de medewerkers, de zelfsturende professionals,  de passende stijl is. De meeste medewerkers treffen dus een delegerende manager terwijl dat niet is waar ze behoefte aan hebben.

Ook begeleiders van promovendi houden veel van delegeren. En ook dat is meestal niet de meest geschikte begeleidingsstijl voor een promovendus.  Laat staan een beginnende promovendus. Bij veel promovendi hoort (zeker in het begin) wat meer sturing en instructie.

Stel dat je net bent afgestudeerd en dat de promotieplek je eerste serieuze baan is. Dan heb je behoefte aan duidelijkheid en aan afspraken op drie niveaus. Inhoudelijk wil je weten wat er van je verwacht wordt. Waar gaat het onderzoek over en welke eisen worden er aan een proefschrift gesteld? Maar ook wil je graag meer weten over het onderzoeksproces, wanneer er iets af moet zijn en hoeveel ruimte er is voor fouten en zijpaden. Wanneer en waar kun je het beste een schrijfcursus  volgen en met wie houd je wanneer een jaargesprek? Tenslotte zou het fijn zijn als de begeleider of begeleiders aan het begin van het traject met je bespreken wat de onderlinge rolverdeling is . Van wie mag je wat verwachten, inhoudelijk, maar ook qua tijdsbesteding?

Voor begeleiders betekent het geven van een goede instructie een behoorlijke tijdinvestering. Ze zijn vaak zelf ook losgelaten in hun eigen promotietraject en hebben geen kant en klare instructies voorhanden. Ze zouden eerst goed willen weten hoe het traject verloopt en dat is heel lastig bij een onderzoek. Bovendien moeten ze zich proberen voor te stellen hoe het was om iets niet te weten en moeten ze dingen uitleggen die ze zelf automatisch goed doen.

Wat in ieder geval kan helpen is wanneer begeleiders het instrueren van jonge promovendi niet meer zouden associëren met brullen en baasgedrag. Het gaat er tenslotte alleen om een beginner te helpen wegwijs te worden. En wijs worden willen we allemaal op de universiteit.